De hogesnelheidstreinen in Spanje hebben in 2024 opnieuw geschiedenis geschreven. Met bijna 40 miljoen passagiers werd een nieuw record gevestigd, 22% meer dan in 2023 en zelfs 77% meer dan in 2019. Hiermee bevestigt de trein zijn groeiende populariteit als alternatief voor het vliegtuig, vooral op de drukste binnenlandse routes.
Op verbindingen zoals Madrid–Barcelona, Madrid–Valencia en naar steden zoals Sevilla, Córdoba en Málaga in Andalusië groeide het aantal reizigers fors. Dat komt onder andere door de toegenomen concurrentie tussen treinmaatschappijen, waardoor ticketprijzen flink zijn gedaald. Zo liggen de prijzen op Madrid–Barcelona nu 35% lager dan in 2019 en op Madrid–Valencia zelfs 42% goedkoper.
Uit cijfers blijkt dat vooral trajecten met meerdere aanbieders het goed doen. Madrid–Barcelona trok 14,6 miljoen reizigers, Madrid–Valencia 5,6 miljoen en Madrid–Alicante 4 miljoen. Ook de lijnen naar Sevilla, Málaga en Granada zaten in de lift met elk bijna 5 miljoen reizigers.
De Spaanse spooraanbieder Renfe blijft de grootste speler met de AVE en AVLO, maar heeft stevige concurrentie. Het Italiaanse Iryo heeft op de routes naar Andalusië inmiddels 28% marktaandeel, terwijl het Franse Ouigo op Madrid–Alicante 8% marktaandeel won. Op routes als Madrid–Barcelona kiest nu meer dan 80% van de reizigers voor de trein in plaats van het vliegtuig.
Niet alleen de langeafstandstreinen doen het goed: ook regionaal treinverkeer groeit. In totaal reisden 549 miljoen mensen in 2024 per trein in Spanje. Daarvan gebruikte 82% de Cercanías, terwijl het middellange afstandsverkeer (Media Distancia) de cijfers van vóór corona ruim overtrof dankzij overheidsmaatregelen en gratis abonnementen.
Het goederentransport per spoor heeft daarentegen een minder goed jaar gehad. Het volume daalde met 3% en zit zelfs onder het niveau van 2020. Toch stegen de inkomsten van spoorbeheerders met 5%, tot ruim 1,4 miljard euro, wat het belang van het spoorvervoer voor Spanje onderstreept.