De Spaanse regering denkt eraan om de aankoop van tweede en derde woningen zwaarder te belasten. Met dit plan wil men de stijgende huizenprijzen afremmen en de toegang tot betaalbare woningen verbeteren, vooral in regio’s waar de prijzen de pan uit rijzen.
Volgens overheidsbronnen wordt onderzocht hoe deze maatregel via het belastingstelsel kan worden ingevoerd, zodat wie een huis koopt dat niet zijn hoofdverblijf is, meer gaat betalen. De bedoeling is om speculatieve aankopen te ontmoedigen, want steeds meer woningen worden gekocht als investering of vakantieverblijf.
Momenteel is bijna een kwart van alle woningverkopen in Spanje bedoeld als belegging en bijna 20 procent als tweede woning. Dat zorgt ervoor dat de prijzen stijgen, zeker in populaire gebieden aan de kust en in grote steden, waar jonge gezinnen nauwelijks nog een huis kunnen kopen.
De regering benadrukt dat het niet om een verbod gaat, maar om een “corrigerende maatregel” via hogere belastingen. Vooral in zogenoemde ‘gespannen gebieden’, waar de vraag veel groter is dan het aanbod, zou de maatregel het zwaarst wegen. Regionale overheden krijgen waarschijnlijk ruimte om de hoogte van de belasting zelf te bepalen.
In Catalonië wordt al gewerkt aan een soortgelijk voorstel om speculatie tegen te gaan. Daar denkt men aan tijdelijke beperkingen op aankopen in gebieden waar de woningnood het grootst is.
Wanneer de nieuwe regels precies ingaan, is nog niet duidelijk. De regering wil eerst overleggen met de regio’s en met de vastgoedsector. Toch lijkt het erop dat Spanje een nieuwe stap zet richting een strengere controle op de woningmarkt, met meer nadruk op wonen in plaats van beleggen.
