In Spanje werken heel wat mensen met een andere nationaliteit. Die werken in verschillende sectoren en afhankelijk van hun afkomst ziet men daarin duidelijke tendensen. Welke nationaliteit vind je dan precies waar?
In Spanje werken momenteel een recordaantal van 21,4 miljoen mensen. Een top die men nooit bereikt had zonder de vele buitenlandse werkkrachten. Bij de sociale zekerheid vertegenwoordigen ze al 13% van alle ingeschreven arbeiders. Afgelopen jaar nam het aantal Spaanse werknemers met 1,7% toe. Wat betreft buitenlandse werknemers ging het om een groei van 7,5%.
Het gros van die laatste groep werkt in precaire omstandigheden, met lagere lonen en langere werkdagen. Wel is er een belangrijk verschil naargelang hun afkomst. De tendens getuigt er van hoe moeilijk het is om met een andere nationaliteit dezelfde kansen te krijgen dan Spanjaarden zelf op de Spaanse arbeidsmarkt. Dit zijn de grootste nationaliteiten en hun tendens:
- Chinezen: Van de arbeiders met een Chinese achtergrond werkt 47% in de handel en 37% in de horeca. 8 op de 10 Chinese werknemers werkt dus in bars, restaurants of winkels.
- Marokkanen: Van de arbeiders met een Marokkaanse achtergrond werkt 33% op het platteland. Zo wordt bijvoorbeeld het grootste deel van de aardbeien in Spanje geplukt door Marokkanen. 15% van de groep werkt dan weer in de bouwsector.
- Venezolanen: 23% onder hen werkt in de horeca en 17% in de handel.
- Colombianen: 19% werkt in de horeca en 13% in de handel.
- Ecuadorianen: De enige latino’s waarbij de grootste groep niet in de horeca, maar in de bouwsector werkt (17%). Een groot deel van die groep kwam aan op een moment dat die sector het goed deed. Logischerwijs vonden ze dus snel werk binnen de bouwsector.
- Portugezen: 15% in de handel en 13% in transport en logistiek.
- Oekraïeners: 17% in de bouwsector en 14% als huishoudhulp.
- Italianen: 20% in de horeca en 16% in de handel. Vergeleken met andere landen werkt een groot aandeel onder hen in wetenschappelijke en technologische activiteiten (11%).
De groep buitenlandse werknemers heeft gemiddeld gezien ook andere kenmerken dan de Spaanse werknemers. Ze zijn gemiddeld jonger, verliezen meer talent (door gelijkstellingen van diploma’s die onmogelijk zijn of omdat ze minder contacten hebben) en worden meer gediscrimineerd bij selectieprocessen. In sectoren met comfortabelere condities zijn ze dan ook vaak heel slecht gerepresenteerd.