Ook in 2025 zullen ongeveer 13.500 Spaanse seizoensarbeiders richting Frankrijk trekken om te werken tijdens de druivenoogst. Dat aantal ligt vrijwel gelijk aan vorig jaar, ondanks een lichte daling ten opzichte van eerdere jaren waarin het om circa 15.000 personen ging. De daling wordt onder meer toegeschreven aan verdere mechanisering en een verminderde vraag naar arbeidskrachten.
De oogstperiode loopt van de tweede helft van augustus tot in oktober. Hoewel de meeste arbeiders gemiddeld drie weken blijven, zijn er ook velen die meerdere oogstperiodes combineren en zo tot wel 50 dagen in Frankrijk werken. Ongeveer 90 procent van de arbeiders keert jaarlijks terug, met een verdeling van 58 procent mannen en 42 procent vrouwen.
De grootste groep “vendimiadores” komt uit Andalusië, met zo’n 10.150 personen. Daarna volgen de Valencia regio, Murcia en Castilla-La Mancha. Arbeiders reizen vaak in vaste groepen van familieleden of buren, wat het werken in het buitenland makkelijker en gezelliger maakt.
Een belangrijke reden voor de populariteit van het Franse oogstwerk is het loon. Het Franse minimumloon ligt op 11,88 euro bruto per uur, tegenover gemiddeld 9,08 euro in Spanje. Daarnaast zijn overuren aantrekkelijk betaald en zijn er fiscale voordelen: tijdens de oogstperiode zijn de arbeiders vrijgesteld van bepaalde sociale premies, waardoor hun nettoloon zo’n 12 procent hoger uitvalt.
Voor veel Spanjaarden blijft de Franse “vendimia” een aantrekkelijke manier om in korte tijd een goed inkomen te verdienen, ondanks de fysieke zwaarte van het werk en de tijdelijke aard van de campagne.
