Twintig jaar geleden zette Spanje een grote stap richting een gezondere samenleving. Op 15 december 2005 werd de antitabakswet goedgekeurd, een besluit dat toen veel stof deed opwaaien. In die tijd rookten politici nog snel een sigaret in de gangen van het Congres, iets wat nu bijna onmogelijk is om je voor te stellen.
Roken hoorde destijds bij het leven. In cafés, restaurants, winkels, kantoren en zelfs in ziekenhuizen hing de lucht vol sigarettenrook. Reclames koppelden roken aan vrijheid en een modern leven, waardoor tabak overal zichtbaar was. Het idee dat dit ooit zou verdwijnen, leek voor velen onrealistisch.
De invoering van de wet verdeelde het land. Voorstanders zagen het als een noodzakelijke stap om de gezondheid van de bevolking te beschermen. Tegenstanders vonden het een aantasting van de persoonlijke vrijheid en waarschuwden voor economische schade, vooral in de horeca.
Voor cafés en restaurants veranderde er veel. Zij moesten speciale rookruimtes bouwen of investeren in dure ventilatiesystemen. Ook verkooppunten van tabak merkten de gevolgen: minder klanten en strenge regels voor reclame en verpakking. Toch bleek de aanpassing groter in de aanloop dan in de praktijk.
Een paar jaar later kwam opnieuw discussie op gang toen het Eurovegas-project voorstelde om in casino’s uitzonderingen op de rookwet toe te staan. Het moest internationale investeerders aantrekken, maar het plan ging niet door. De rookvrije regels bleven volledig van kracht.
Nu, twintig jaar later, ademt Spanje letterlijk andere lucht. Binnenruimtes zijn rookvrij en veel jongeren hebben nooit meegemaakt dat er binnen werd gerookt. De sociale norm is compleet veranderd: roken binnen voelt vreemd en ongepast. De wet heeft niet alleen de lucht schoner gemaakt, maar ook de manier waarop Spanje naar tabak kijkt voorgoed veranderd.


Español
English
Deutsch
Français
Português
Italiano